Gebruiksoppervlakte (GBO)

Bij de gebruiksoppervlakte van de woning wordt onderscheid gemaakt tussen de woonruimte en de overige inpandige ruimte. Verder wordt, indien aanwezig, de gebruiksoppervlakte van de gebouw gebonden buitenruimte (bijv. balkon) of de externe bergruimte bepaald.

De berekeningen worden uitgevoerd conform NEN 2580. De gebruiksoppervlakte, kortweg GBO of GO, is de oppervlakte waarvoor wordt ingeschat dat deze nuttig gebruikt kan worden. Deze maat wordt gebruikt voor het vergelijken van woningen, maar ook voor het maken van berekeningen met betrekking tot bijvoorbeeld brandveiligheid en gebruiksbelasting. Daarnaast wordt het GBO ook in de vastgoedwereld gebruikt om de prijs per vierkante meter (GBO) uit te drukken.

Een deel van de eisen die in het bouwbesluit staan geformuleerd, worden getoetst met behulp van het gebruiksoppervlak. Er gelden niet alleen eisen aan het gebruiksoppervlak zelf, maar ook aan bijvoorbeeld de hoeveelheid daglichtopeningen, nooduitgangen of ventilatie ten opzichte van het gebruiksoppervlak. Er bestaat ook een groot aantal termen die aan het gebruiksoppervlak zijn gerelateerd, zoals verblijfsgebied, gebruiksfuncties, verkeersruimte. De gebruiksoppervlakte is dan ook een juridische term en voor het berekenen van de gebruiksoppervlakte bestaan dan ook strenge regels. Deze regels zijn beschreven in een officiƫle Nederlandse norm, NEN 2580.

In NEN2580 is bepaald dat de gebruiksoppervlakte berekend wordt door van de totale oppervlakte binnen de wanden van de woning, het BVO (bruto vloeroppervlak) de volgende oppervlaktes af te trekken:

  • Grondoppervlak van dragende wanden
  • Oppervlak van vides en trapgaten, indien > 4 m2
  • Oppervlak van vides en trapgaten, indien > 4 m2
  • Oppervlak van ruimten met een vrije hoogte lager dan 1,5 meter
  • Grondoppervlak van afzonderlijke constructies > 0,5 m2
  • Grondoppervlak van leidingschacht, indien > 0,5 m2

Nissen kleiner dan een halve vierkante meter worden in de berekening genegeerd. Deze manier van berekenen maakt het mogelijk de indeling van een gebouw aan te passen, zonder dat de gebruiksoppervlakte verandert. Dit is een verschil met het netto vloeroppervlak (NVO), waarbij ook nog de oppervlakte van de scheidingswanden van het bruto vloeroppervlak wordt afgetrokken.